1951 – 2021: van de EGKS tot de Green deal, Europa omvormen tot een groene mogendheid [fr]
Gezamenlijke mededeling van Frankrijk, Duitsland, België, Italië, Luxemburg en Nederland (18 april 2021).
- Jean-Yves Le Drian, Clément Beaune et leurs homologues commémorent la signature du Traité instituant la CECA et évoquent le futur de la coopération énergétique et de la transition écologique en Europe, le Pacte vert. © MEAE
Tekst bij de afbeelding: Jean-Yves Le Drian, Clément Beaune en hun ambtgenoten herdenken de ondertekening van het Verdrag ter oprichting van de EGKS en bespreken de toekomst van de samenwerking inzake energie en de ecologische transitie in Europa, de Green deal.
Op 18 april 1951 werd bij het Verdrag van Parijs de Europese Gemeenschap van Kolen en Staal opgericht. Dit verdrag, dat door onze landen, namelijk Duitsland, België, Frankrijk, Italië, Luxemburg en Nederland werd ondertekend, zorgde voor de oprichting van een gemeenschappelijke markt voor kolen en staal.
Op die manier hebben onze zes landen in Parijs een eenvoudige, maar vooruitziende stap gezet inzake samenwerking voor de wederopbouw van een continent dat getekend en verscheurd werd door het vreselijkste gewapende conflict dat de wereld ooit heeft gekend en dat zes jaar heeft geduurd.
Niemand had beter de betekenis van de ondertekening van dit verdrag kunnen uitleggen dan Robert Schuman, de betekenis van het zoeken naar een nieuwe methode om een ideaal van vrede en welvaart te verwezenlijken. Zo zei hij tijdens zijn toespraak in de salon de l’Horloge : “Europa zal niet ineens tot stand komen, noch door een algemeen plan: het zal opgebouwd worden door concrete verwezenlijkingen die eerst een feitelijke solidariteit tot stand zullen brengen (…). De solidariteit van de productie welke aldus tot stand zal komen, zal tot gevolg hebben dat een oorlog tussen Frankrijk en Duitsland niet alleen ondenkbaar doch ook materieel onmogelijk wordt.”
Deze methode en dit ideaal blijven ons ook vandaag nog inspireren.
De kwestie van kolen en staal stond bij de wederopbouw en pacificatie van Europa in 1951 centraal. Vandaag staat de kwestie omtrent de impact van grondstoffen op het milieu en het klimaat centraal. Het is de bedoeling om steenkool als energiebron binnen de Europese Unie geleidelijk af te bouwen en om tegen 2050 klimaatneutraal te worden. Staal daarentegen blijft een essentieel onderdeel van de Europese industrie. Zo is het een belangrijk element van onze welvaart en moeten we het met behulp van onder meer groene waterstof op een groenere en meer duurzame manier produceren.
Zes decennia na de oprichting van de EGKS werd in Parijs de historische wereldwijde klimaatovereenkomst bezegeld. 70 jaar na de ondertekening van het Verdrag van Parijs zijn we samengekomen op de plaats waar dit verdrag destijds werd ondertekend, namelijk in de salon de l’Horloge van het Franse ministerie van Europa en Buitenlandse Zaken. De voorbije decennia is Europa sterker geworden, maar ook de klimaatkwestie is dringender geworden. De tijd is gekomen om aan deze toekomst te bouwen door energie te putten uit deze hoopvolle erfenis.
Over enkele weken presenteert de Europese Commissie haar wetgevingsvoorstellen voor de uitvoering van de Europese Green deal inzake het klimaat: we roepen haar hier en nu op om ambitie en coherentie aan de dag te leggen, beide signalen dat Europa ambitieus is inzake het klimaat, eerlijk en inclusief met haar leden te zijn, samen te werken met haar partners, soeverein te zijn in haar keuzes, alsook een voorlopersrol op zich te nemen inzake een internationale klimaat- en energiediplomatie. Deze kans om onze economieën te moderniseren moeten we nu grijpen.
Daarom willen we dat de Commissie werkt aan een voorstel voor een koolstofaanpassingsmechanisme aan de grenzen dat de milieu-integriteit van het EU-beleid garandeert en koolstoflekkage voorkomt, en dit op een manier die in overeenstemming is met de WTO-regels.
Want nu we via de Europose begroting en het herstelplan massaal kunnen investeren in de ecologische transitie, moeten we de kans grijpen om onze economieën te moderniseren zonder dat we door een wedloop inzake het milieu worden afgestraft.
Energie vormt de rode draad tussen twee uiterst belangrijke momenten en blijft de kern van onze eendracht. Eerst, in de nasleep van een verwoestende oorlog, lag ze aan de basis van verzoening, alsook van de bundeling van de belangrijkste middelen van een bloeiende industrie. Vandaag is ze het symbool van onze bezorgdheid omtrent het klimaat, onze soevereiniteit, projecten van onze jongeren en van een Europese ambitie om samen, met onze alle 27, verder te bouwen.