Toespraak van president Emmanuel Macron in het Europees Parlement (19 januari 2022) [fr]

Op 19 januari 2022 richtte de president van de Franse Republiek, de heer Emmanuel Macron, zich in Straatsburg tot het Europees Parlement.

PDF - 165.3 kB
Toespraak van president Emmanuel Macron in het Europees Parlement (19 januari 2022): oorspronkelijke tekst in het Frans
(PDF - 165.3 kB)

JPEG

Vrije vertaling.

Mevrouw de voorzitter, Vicevoorzitters en vicevoorzitsters van de Commissie, Commissarissen, Voorzitsters en voorzitters, Europese parlementsleden, Mevrouw de voorzitter, vooraleerst mijn felicitaties met uw benoeming.

Zoals u al zei, gaan onze gedachten deze ochtend uit naar uw voorganger, David SASSOLI, die, zoals u allen, in ons Europa geloofde. In dit Europa dat waarden die ons binden en verenigen, uitdraagt, dit Europa dat op een uniek model ter wereld van evenwicht tussen vrijheid en solidariteit, traditie en vooruitgang, is gestoeld. In deze bijzondere beschaving, die in de loop der eeuwen werd opgebouwd en waarvan de constructie al 70 jaar ongezien is, die een einde maakte aan de voortdurende burgeroorlogen op ons continent en wier Parlement dat hier in Straatburg zetelt en de wil van ons verenigde volk vertolkt, de belichaming is. Dit Europa dat tijdens de pandemie het roer stevig in handen heeft genomen, zowel wat de vaccins als het economische herstel betreft. En ik ben bijzonder blij en vereerd om u vandaag, aan het begin van het Franse voorzitterschap, te mogen toespreken.

Ik zou graag enkele overtuigingen met u willen delen, maar ik zal niet alle onderwerpen aanhalen. Ik denk dat we tijdens de vragenronde die onderwerpen wel zullen bespreken. Ik zou van harte enkele essentiële overtuigingen die aan de basis van onze gemeenschappelijke agenda en ons gemeenschappelijk optreden liggen, willen aanhalen. Het Europa waarover ik zonet sprak, onze Europese constructie, berust op drie grote beloftes. De belofte van democratie die op ons continent tot stand kwam, die werd heruitgevonden en op ons continent een nieuwe vorm kreeg, en die de afgelopen 70 jaar nieuw leven werd ingeblazen. De belofte van vooruitgang, die door iedereen wordt gedeeld, en de belofte van vrede. Ook tijdens dit decennium werd deze belofte gehouden. Maar momenteel worden deze drie beloftes door de terugkeer van de tragedie van het verleden, door het in vraag stellen van enkele geografische vanzelfsprekendheden en door de huidige ondermijning waarmee wij worden geconfronteerd, op losse schroeven gezet. Ik denk dat het onze taak is om hierop een antwoord te proberen zoeken. Dit moet niet alleen in de komende maanden gebeuren, want de taak die ons en deze generatie in wezen aanbelangt, is om een diepgaand antwoord te vinden op de herziening van deze beloftes. Zoals ik al zei, gaat het om beloftes van democratie en in feite zijn deze beloftes wat ons Europeanen uniek maakt.

Ik wil u hier en nu zeggen dat het Franse voorzitterschap een voorzitterschap zal zijn tijdens dewelke de waarden die ons vormen, worden uitgedragen. Doordat deze waarden als vanzelfsprekendheid werden beschouwd, zijn ze in de afgelopen jaren mogelijk verzwakt. Wij zijn de generatie die opnieuw geconfronteerd wordt met de broosheid van de rechtsstaat en van de democratische waarden.

Eerst en vooral de liberale democratie in de politieke zin van het woord. De afgelopen jaren werd er gezegd dat dit stelsel – dat Europa heeft uitgevonden – het zou laten afweten, dat het niet in staat zou zijn om de grote uitdagingen van de eeuw het hoofd te bieden. Ik wil echter hier en nu zeggen hoezeer er in de afgelopen maanden is aangetoond dat het beheer van de pandemie door democratieën met parlementaire debatten, een vrije pers, en vrije en open onderzoekssystemen en academische systemen, tot beslissingen heeft geleid die veel meer bescherming bieden voor het leven en economieën dan de beslissingen van autoritaire regimes. Samen hebben wij in concreto het tegendeel aangetoond van een gangbare overtuiging dat voet aan grond begon te krijgen. We zijn dan ook klaar om de strijd om de liberale democratie aan te gaan.

Een strijd om onze verkiezingsprocessen tegen buitenlandse inmengingspogingen te beschermen, een strijd om de soevereiniteit van de volkeren te versterken. In dit opzicht hebben we werk voor de boeg en ook tegen de lente zullen we vooruitgang blijven boeken in het kader van de conferentie over de toekomst van Europa. En, indien het in het kader van deze conferentie wordt aanbevolen, zal tijdens het Franse voorzitterschap in samenwerking met Duitsland – het regeerakkoord is hier zeer duidelijk over – het initiatiefrecht voor uw Parlement worden uitgedragen.

Een strijd voor de rechtsstaat, voor de eenvoudige overtuiging dat de universele mensenrechten beschermd moeten worden tegen de zogenaamde koortsen van de geschiedenis en hun leiders. Er gaan vandaag stemmen op om onze grote fundamentele teksten, die de lidstaten bij hun toetreding soeverein hebben aangenomen, te herzien. Maar wat zouden we moeten herzien? De overtuiging dat ieder mens gelijkwaardig is en gelijke rechten heeft? Het recht van iedereen op een eerlijk proces door een onafhankelijke rechterlijke macht? En de opvatting dat we, om doeltreffender te zijn, de rechtsstaat moeten herzien waarbij de legitieme verandering van een gekozen regering wordt verward met de verandering van de rechtsstaat. We moeten allemaal deel uitmaken van deze rechtsstaat die van existentieel belang is voor ons Europa waarvan de principes door onze geschiedenis vorm hebben gekregen en de vrucht zijn van onze gemeenschappelijke engagementen.

Het einde van de rechtsstaat zou het rijk der willekeur inluiden. Het einde van de rechtsstaat zou een terugkeer naar autoritaire regimes betekenen, naar een geschiedenis die zich met horten en stoten voortbeweegt. Ja, achter dit alles gaat een ideologische strijd schuil. Deze strijd wordt door meerdere autoritaire machten aan onze grenzen gevoerd en kent een weerslag in verschillende van onze landen. We zien dat er een revolutie die de grondvesten van onze geschiedenis ondermijnt, gaande is. Daar waar verdraagzaamheid en beschaafdheid de kern van ons beschavingsproces vormden, is onder onze volkeren een opvatting opnieuw naar boven aan het komen. We zullen er dan ook alles aan doen om die aan te pakken en om ervoor te zorgen dat we, door middel van dialoog, maar zonder zwakheid, de kracht van de rechtsstaat in alle gekende situaties kunnen verdedigen. Zoals ik zeg, door middel van dialoog. Het kan immers niet de bedoeling zijn om de opvatting dat de rechtsstaat in wezen een uitvinding van Brussel is die alleen door Brussel wordt bewaakt, voet aan de grond te laten krijgen. Dit idee steekt namelijk in enkele hoofdsteden de kop op. Nee, de rechtsstaat is de vrucht van ons verleden, het is de strijd zelf van revoluties waarmee we in de vorige eeuw het juk van het totalitarisme van ons hebben afgeworpen. De rechtsstaat is onze schat. Het is onze taak om mensen die de rechtsstaat enigszins de rug hebben toegekeerd, opnieuw te overtuigen. Het is onze taak om met veel respect en via dialoog hen opnieuw te overtuigen. Door over deze Europese democratische eigenheid te spreken, geven we uiteraard ook kracht aan deze nieuwe strijd.

In die zin wil ik graag dat we onze waarden als Europeanen die onze eenheid, onze trots en onze kracht vormen, versterken. Twintig jaar na de aanname van het Handvest van grondrechten, waarin met name de afschaffing van de doodstraf in de gehele Unie werd bekrachtigd, hoop ik dat we dit handvest kunnen actualiseren, met name om duidelijker te zijn over milieubescherming en de erkenning van het recht op abortus. Laten we dit debat op een open manier met onze medeburgers met een sterk Europees bewustzijn, aangaan om zo de sokkel van rechten die aan de basis van dit Europa met sterke waarden ligt, nieuw leven in te blazen. Dit Europa is de enige toekomst van ons gemeenschappelijk politiek project. Deze eigenheid waarover ik spreek, houdt ook een verband in met solidariteit, wat uniek is in de wereld. Onze samenlevingen zijn uniek in die zin dat zij met de verzorgingsstaat een systeem hebben doen ontstaan dat tot doel heeft om iedereen tegen de risico’s van het leven te beschermen. Dit is een erfenis van onze Europese democratieën. En de pandemie heeft aangetoond dat solidariteit absoluut geen zwakte is, maar net een onnavolgbare kracht.

Dankzij solidariteit hebben we de afgelopen twee jaar levens kunnen redden en jobs kunnen beschermen. Dankzij solidariteit hebben we een vaccin voor ons, de Europeanen, ter beschikking kunnen stellen. Dankzij de geest van solidariteit hebben wij, Europeanen, de meest open houding ten aanzien van de wereld, zowel wat export als giften betreft. En ik hoop tijdens dit Franse voorzitterschap, samen met u, dit werk verder te zetten. Ik hoop dat er tijdens dit voorzitterschap krachtige maatregelen worden genomen met als doel iedereen de kans te geven op een kwaliteitsvolle job met een hoger loon dankzij het vastleggen van aannemelijke minimumlonen voor iedereen. Het is ons doel de loonkloof tussen vrouwen en mannen te verkleinen, het is ons doel nieuwe rechten voor mensen werkzaam op digitale platforms tot stand te brengen, het is ons doel quota omtrent de vertegenwoordiging van vrouwen in de raden van bestuur van bedrijven in te voeren, het is ons doel iedere vorm van discriminatie te bestrijden. De zaken die ik zonet heb aangehaald waarop we vooruitgang willen boeken, zijn geen loze woorden of beloftes. Ze hebben betrekking op teksten die we de komende weken samen in onze handen krijgen en waarvan ik hoop dat we ze tijdens dit semester tot een resultaat kunnen doen leiden. We hebben de middelen om dat te doen. Laten we het doen.

Wat ons samenhoudt, is de eigenheid van deze Europese democratische belofte, maar ook de eigenheid van een bijzondere cultuur, in wezen – zou ik durven zeggen – een kunst om te leven. Wat betekent het om een Europeaan te zijn? Het betekent dezelfde emotie voelen bij het kijken naar onze schatten die de vrucht van ons erfgoed en van onze geschiedenis zijn, van de Pnyx-heuvel tot de gouden koepels van Krakau, het betekent op dezelfde manier ontroerd te zijn door de gedachtegoed van het romantisme, door de werken van Chopin en door de teksten van Pessoa. Het betekent ook beschaafd zijn, een manier van leven, van onze cafés tot onze musea, die niet te evenaren is. Deze kunst om in Europa te leven maakt deel uit van onze eigenheid met zoveel verschillen. Maar van het oude Griekenland tot het Romeinse Rijk, van het christendom tot de renaissance en de verlichting zijn wij de erfgenamen van een unieke manier om naar het menselijk avontuur te kijken. In die zin hoop ik dat we samen deze Europese beschaving kunnen blijven uitdragen die vorm kreeg door het universalisme, door een gerespecteerde cultuur en een gemeenschappelijk project dat de eigenheid en identiteit van ieder mens respecteert. Daarom hebben we voorgesteld om onze beste historici, onze grootste intellectuelen, bij elkaar te brengen om zo samen te bouwen aan de nalatenschap van deze gemeenschappelijke geschiedenis waaruit we zijn voortgekomen. Dit is naar mijn mening de eerste hoofdlijn om de democratische belofte na te komen, en ik zal niet alle onderwerpen waaraan wij in die zin in komende zes maanden moeten werken, aanhalen: onderwerpen die het doel beogen om van Europa een democratische, culturele en educatieve macht te maken die trots is op zichzelf en de uitdagingen kan aangaan.

De tweede belofte die ik aanhaalde, is de belofte van vooruitgang. Europa heeft zich nooit enkel op behoud, op het comfort van de status quo gebaseerd. We hebben onszelf vormgegeven op basis van een verlangen om economische groei, een toekomstmodel, uit te bouwen met de mogelijkheid voor onze arbeidersklasse en onze middenklasse om van alle voordelen die deze vooruitgang met zich meebrengt, te kunnen genieten. De laatste jaren hebben deze belofte afgezwakt. Groeiende ongelijkheid, de-industralisatie en ook nieuwe uitdagingen, zoals met name de uitdaging aangaande het klimaat en digitale technologie, hebben ons continent in onzekerheid geduwd. Onze uitdaging bestaat er dus in een origineel model uit te werken om de grote uitdagingen van deze eeuw het hoofd te bieden. Een toekomstmodel dat ons opnieuw in staat stelt om deze belofte van vooruitgang na te komen. Het klimaat is de eerste uitdaging. Europa is de plaats waar er in 2015, in Parijs, een algemeen klimaatbewustzijn tot stand kwam. Het is het continent dat, met de doelstelling om tegen 2050 koolstofneutraal te zijn, als eerste zichzelf de meest ambitieuze doelstellingen ter wereld heeft gesteld.

Nu moeten we onze voornemens omzetten in daden. Onze industrieën omvormen en investeren in de technologieën van de toekomst, of het nu gaat om batterijen of waterstof. Dit is de eigenlijke ambitie van het pact. De Commissie heeft krachtige voorstellen gedaan en in de komende weken zullen we veel van die voorstellen samen moeten uitvoeren, alle actoren bij ons en in de wereld aanmoedigen om aan de ecologische eis te voldoen. Dat is met name de bedoeling van het koolstofaanpassingsmechanisme aan de grenzen waar we al jaren op wachten. Dit is de ook de bedoeling van de spiegelmaatregelen in de handelsakkoorden die we verdedigen. Dit is ook de bedoeling van de onderhandelingen om de eerste wet ter wereld tegen geïmporteerde ontbossing aan te nemen. In de komende weken moeten we belangrijke beslissingen nemen, onder meer over enkele kernpunten van onze strategie. We zullen ze op nationaal niveau moeten uitvoeren, en we zullen ook onze doelstellingen en de onderlinge afstemming van onze doelstellingen in de strijd voor biodiversiteit en tegen de opwarming van de aarde en de klimaatverandering moeten uitdragen. In dat verband vindt er in februari een belangrijke top betreffende de oceanen plaats, waar verschillende lidstaten, de Commissie en enkelen onder ons een belangrijke strategie zullen voorstellen, aangezien we een belangrijke maritieme macht zijn en ook op het gebied van biodiversiteit, een agenda hebben te verdedigen.

De tweede uitdaging van de eeuw is die van de digitale revolutie. Niet wij, Europeanen, die meer dan wat dan ook geloven in de verspreiding van kennis, wij die het beeld van een eerlijk mens doordrongen van menselijkheid hebben uitgevonden, zullen deze buitengewone beweging afwijzen. Maar onze uitdaging is tweeledig. Ten eerste moet er een echte digitale eengemaakte markt worden uitgebouwd die het mogelijk maakt om Europese kampioenen te creëren. Dit omvat een investering in nieuwe technologieën, dit omvat een investering in nieuwe sectoren, zoals de Commissie meermaals heeft voorgesteld. Het gaat om de versterking van een Europa dat weet hoe het zijn kampioenen moet financieren en ook van een Europa dat weet hoe het zijn recht moet vereenvoudigen om een echte eengemaakte markt uit te bouwen, namelijk een thuismarkt met reusachtige proporties. Tegelijkertijd gaat het om een Europa dat weet hoe het de digitale spelers moet begeleiden om met name de geest van de verlichting te behouden, namelijk de bescherming van onze rechten, onze vrijheden en het respect voor ons privéleven, alsook de bestrijding van haatzaaiende taal en verdeeldheid. Ook in dat opzicht hebben we, samen met u, parlementsleden, belangrijke teksten af te werken, teksten over digitale diensten waarover u binnenkort zult stemmen. En de komende maanden kunnen de maanden zijn waarin een Europees digitaal model ontstaat dat zowel eerlijke concurrentie tussen spelers organiseert en de neiging van platforms om innovatie te vernietigen, bestrijdt, als burgers beschermt. We moeten onder meer twee belangrijke teksten opstellen die ons in staat stellen om de digitale spelers en anderen economisch te beschermen tegen soms deloyale kampioenen, maar die ons ook in staat stellen om onze burgers te beschermen. We moeten deze nieuwe regelgeving ook invoeren tegen het democratische debat van manipulatie, van praatjes, van haat zonder eindverantwoordelijken. De derde uitdaging is uiteraard die van onze veiligheid. De belofte van vooruitgang voor de toekomst is alleen iets waard als we een antwoord weten te bieden op de geopolitieke onrust, de terreurdreiging, cyberaanvallen, onregelmatige immigratie en tijden van beroering. Europa moet zich wapenen tegen de terugkeer van de tragedie van het verleden, niet uit argwaan ten aanzien van andere mogendheden, nee, maar om zijn onafhankelijkheid in deze wereld van geweld te waarborgen, om niet onderworpen te zijn aan de keuzes van anderen, om vrij te zijn.

Ten eerste moet het de controle over zijn grenzen en zijn gebied terugkrijgen. We hebben veel vooruitgang geboekt door de versterking van Frontex waaraan momenteel wordt gewerkt, en onder het Franse voorzitterschap zal er een hervorming van Schengen worden doorgevoerd, hetgeen de voorwaarde is om de oorspronkelijke belofte hiervan, namelijk een ruimte van vrij verkeer, na te leven. We moeten onze buitengrenzen beschermen, onder meer door een intergouvernementele snelle-interventiemacht op te richten. We moeten opvang op een solidaire en verspreide manier tussen de lidstaten organiseren, zoals we dat in 2018 en 2021 hebben gedaan. We moeten partnerschappen tot stand brengen met herkomst- en doorreislanden om zo smokkelnetwerken te bestrijden en ons terugkeerbeleid doeltreffend te maken. In wezen moeten we een doeltreffender beleid tot stand brengen, maar wel een beleid dat onze principes respecteert, met het oog op de bestrijding van onregelmatige immigratie.

Wat tenslotte defensie betreft, mogen we ons niet tevredenstellen met enkel het reageren op internationale crisissen. We hebben een anticiperende macht nodig die toeziet op de veiligheid van onze omgeving. De afgelopen jaren is er aanzienlijke vooruitgang geboekt die geen weerga kent in onze geschiedenis. Tijdens dit semester zijn we van plan om aanzienlijke vooruitgang te boeken, onder meer met de goedkeuring van het Strategisch Kompas dat onder het Duitse voorzitterschap werd gelanceerd, met de bepaling van onze eigen veiligheidsdoctrine in aanvulling op de NAVO, en ook met een echte strategie op het vlak van industrie, defensie en technologische onafhankelijkheid zonder welke dit Europa van defensie geen betekenis heeft en geen realiteit is. Zoals u uit de voorstelling van de agenda hebt begrepen, gaat het erom om samen een Europa uit te werken dat krachtig de toekomst tegemoet kan gaan, namelijk een Europa dat in staat is om een antwoord te bieden op de uitdagingen van het klimaat, van de technologie en van de digitale technologie, maar ook op de uitdagingen op geopolitiek vlak. Een onafhankelijk Europa in die zin dat het nog steeds over de middelen beschikt om over zijn eigen toekomst te beslissen en dat niet afhankelijk is van de keuzes van andere grote mogendheden.

Ten slotte haalde ik de belofte van vrede aan. Europa wordt vandaag geconfronteerd met een escalatie van spanningen, vooral in de ons omringende landen, met een ontwrichting in de wereld, met, zoals ik daarstraks al zei, een terugkeer van tragedie, van oorlog. Ons model, dat verder reikt dan onze grenzen en dat in de traditie van onze grondleggers een universele roeping in stand houdt, draagt vandaag de verantwoordelijkheid om enkele beleidslijnen aangaande onze buurlanden te heroverwegen en deze plek in de wereld te heroverwegen om een echte macht van evenwicht uit te bouwen. Want ik geloof dat dat de roeping van Europa is.

Europa heeft ook de plicht om aan het Afrikaanse continent een nieuwe alliantie voor te stellen. De lotsbestemmingen van de twee zijden van de Middellandse Zee zijn met elkaar verbonden en we kunnen het onderwerp migratie niet deftig bespreken zonder de diepere oorzaken ervan aan te pakken en het gemeenschappelijke lot met het Afrikaanse continent te bespreken. Een deel van de beroering in de wereld speelt zich af in Afrika, net zoals een deel van de toekomst van dit continent en van zijn jeugd, maar ook van onze toekomst.

Samen met Charles MICHEL en Ursula VON DER LEYEN hebben we besloten om in februari een top te houden om ons partnerschap met het Afrikaanse continent te vernieuwen. Zo zullen we onze Afrikaanse vrienden helpen om de pandemie te bestrijden. Tegen juni 2022 zullen op dit continent 700 miljoen dosissen worden verdeeld. Maar in de komende maanden moeten we een nieuwe stap zetten, een nieuwe alliantie met dit continent tot stand brengen.

In de eerste plaats via een economische en financiële New Deal met Afrika, die gebaseerd moet zijn op wat we vorig jaar in mei hebben uitgewerkt – Europa heeft toen de uittrekking van bijzondere trekkingsrechten bij het IMF voorgesteld, verdedigd en aangenomen, alsook de nieuwe toewijzing van onze rechten – en met zeer concrete investeringsvoorstellen. In de tweede plaats met een agenda inzake onderwijs, gezondheid en klimaat gericht op de ontwikkeling van een continent en op de hoop van de Afrikaanse jeugd. In de derde plaats met een veiligheidsagenda door middel van Europese steun aan Afrikaanse landen die geconfronteerd worden met toenemende terreur, zoals we samen in de Sahel hebben gedaan. Ten slotte moeten we illegale immigratie en smokkelnetwerken bestrijden om zo uitwisselingen die verband houden met culturele, academische en economische allianties beter te kunnen promoten.

Ten tweede kan Europa zijn blik niet langer afwenden van de Westelijke Balkan. De Westelijke Balkan liggen, zowel door hun geografie als door hun geschiedenis, door het aandeel van de tragedie en door de belofte van de toekomst die ze in zich dragen, in het hart van het Europese continent. Ze dragen de littekens die ons zowel herinneren aan de broosheid van vrede als aan de kracht van onze unie. Daarom hebben we ook vandaag de missie om onze relatie met de Westelijke Balkanlanden te heroverwegen en hen op een duidelijkere, toegankelijkere en daadkrachtigere wijze oprechte vooruitzichten op toetreding te bieden. Geen toetreding “tegen”, om de buitenlandse destabilisatiepogingen van deze tijd af te weren. Een toetreding “voor”, met een project inzake toetreding binnen een redelijke termijn.

De afgelopen maanden hebben we de onderhandelingsprocedure gemoderniseerd. Maar we weten ook heel concreet dat het huidige Europa, met zijn werkingsregels, geen Europa van 31, 32 of 33 landen kan worden, dat kan niet, we zouden onszelf voorliegen. In het kader van de conferentie en de resultaten van mei moeten we dus onze regels grondig herzien om ze op die manier duidelijker en toegankelijker te maken, zodat we sneller en krachtdadiger beslissingen kunnen nemen. Maar ook op politiek vlak moeten we oprecht zijn over het kader van dit Europa waarin de Westelijke Balkan zijn plaats heeft. We moeten dus zowel de werkingsregels als de geografie van Europa opnieuw uitvinden. Daarom moet er onmiddellijk na de Conferentie over de toekomst van Europa een conferentie over de Westelijke Balkan worden georganiseerd die de kans biedt om deze cruciale kwestie te bespreken.

Ten derde moeten Europa en het Verenigd Koninkrijk de weg van het vertrouwen terugvinden. Ik zal niet te lang op dit onderwerp ingaan – gezien de spreektijd die ik heb gekregen, zal ik dit onderwerp zo afronden. Niets zal afbreuk doen aan de vriendschapsband die ons met het Britse volk verbindt. Onze intense samenwerking bij de verdediging van de liberale democratie, van vrijheid en van economische en sociale vooruitgang is erg diepgeworteld en gaat erg ver terug. Maar om deze gemeenschappelijke weg na de Brexit te kunnen volgen, moeten we er van uit kunnen gaan dat de Britse regering zich te goeder trouw aan de afspraken die met onze unie zijn gemaakt, houdt, en moeten we de aangegane engagementen duidelijk afdwingen. Of het nu gaat om de tenuitvoerlegging van het protocol omtrent Noord-Ierland of de rechten van onze vissers, want dit zullen onvermijdelijke onderwerpen van toekomstige gesprekken zijn; laten we vastberaden en duidelijk zijn, zodat de aangegane engagementen worden nagekomen. Dat is de voorwaarde om vrienden te kunnen blijven.

Europa moet eindelijk eens een collectieve veiligheidsorde op ons continent tot stand brengen. De beveiliging van ons continent vraagt om een strategische herbewapening van ons Europa als een mogendheid van vrede en evenwicht, met name aangaande de dialoog met Rusland. Ik pleit al enkele jaren voor deze dialoog. Het is niet zomaar een optie, omdat zowel onze geschiedenis als onze geografie eigenzinnig zijn. Zowel voor onszelf als voor Rusland, voor de veiligheid op ons continent die ondeelbaar is, hebben we deze dialoog nodig. Wij Europeanen moeten collectief onze eigen eisen stellen en ervoor zorgen dat deze worden nageleefd. We moeten een openhartige, veeleisende dialoog aangaande destabilisatie, inmengingen en manipulatie aangaan.

We moeten een Europese orde uitbouwen die gebaseerd is op principes en regels waartoe wij ons verbonden hebben en die wij 30 jaar geleden niet tegen, zonder, maar met Rusland zijn overeengekomen, en die ik hier in herinnering wil brengen. De afwijzing van het gebruik van geweld, van dreiging en van dwang, de vrije keuze van landen om deel te nemen aan organisaties, aan allianties, aan veiligheidsregelingen van hun keuze, de onschendbaarheid van grenzen, de territoriale integriteit van landen en de afwijzing van invloedssferen. De zaken die ik zonet aanhaalde, zijn de principes die wij Europeanen en Rusland 30 jaar geleden hebben onderschreven. Het is aan ons Europeanen om deze principes en deze rechten die inherent zijn aan de soevereiniteit van landen, te verdedigen. Het is aan ons om de waarde die ervan uitgaat, opnieuw te bevestigen, en de schending ervan effectief te bestraffen. Soevereiniteit is vrijheid. Ze is de kern van ons Europees project. Ze is ook een antwoord op de destabilisatie die op ons continent aan de gang is. Daarom zullen we, samen met Duitsland en in het kader van het Normandië-format, blijven zoeken naar een politieke oplossing voor het conflict in Oekraïne dat de bron van huidige spanningen vormt. En uw gezamenlijke steun is nodig om onze inspanningen te ondersteunen.

Daarom zullen we er ook voor zorgen dat Europa zijn unieke en krachtige stem laat horen over de kwestie van de strategische bewapening, de controle over conventionele wapens, de transparantie van militaire activiteiten en het respect voor de soevereiniteit van alle Europese lidstaten, ongeacht hun geschiedenis. In de komende weken zouden we een Europees voorstel tot stand moeten brengen betreffende de uitbouw van een nieuwe veiligheids- en stabiliteitsorde. We moeten het onder de Europeanen tot stand brengen en het vervolgens delen met onze bondgenoten in het kader van de NAVO. En daarna moeten we het ter onderhandeling aan Rusland voorstellen.

Dames en heren parlementsleden, ik ben in 1977 geboren en mijn jeugd was een Europese vanzelfsprekendheid. Op de met bloed doordrenkte gronden van Noord-Frankrijk waar ik ben opgegroeid, was Europa, was vrede, als een onaantastbare vanzelfsprekendheid. Vervolgens heb ik, zoals velen van jullie, de grote Europese twijfel meegemaakt. Het referendum van 2005, de technocratische aanklacht, het risico van ontwrichting in het licht van de staatsschuldcrisis. Vandaag moeten onze generaties ons Europa hervormen om zijn beloftes van democratie, van vooruitgang en van vrede waar te maken. We hebben gezamenlijk de middelen verschaft om van ons Europa een democratische, culturele en educatieve macht te maken, een macht voor de toekomst, een macht van evenwicht. Om dat te doen, zullen we de komende weken en maanden een aantal essentiële teksten bekijken en ik reken op een nauwe en harmonieuze samenwerking met het Europees Parlement met het oog op al deze teksten en onze gezamenlijke ambities.

Allen samen moeten we, geconfronteerd met de tirannie van de willekeur en de verdeeldheid tussen Europeanen, de zin voor eenheid, de smaak voor de lange termijn, in wezen de noodzaak aan durf, herontdekken. De zin van wat Robert Schumann “creatieve inspanningen” noemde. Noch schelden, noch verdeeldheid, noch verboden, noch faciliteiten. De creatieve inspanningen hebben ons Europa gemaakt. Dit betekent dat noch het beleid van gisteren of dat van voor de crisis, noch de formats van gisteren of die van voor de crisis, noch reflexen uit het verleden, noch de terugkeer naar nationalisme, noch de ontbinding van onze identiteit een antwoord zullen bieden op deze nieuwe wereld. Maar ons vermogen om een mogelijke droom uit te vinden, om hem tastbaar te maken, om hem te verwezenlijken, om hem nuttig te maken voor onze medeburgers, is de sleutel tot ons succes. We hebben er de kracht voor, we hebben er de middelen voor. Daarom heb ik vertrouwen in ons.

Ik dank u.

Bron van de oorspronkelijke tekst: https://www.elysee.fr/

Gepubliceerd op 08/02/2022

bovenaan de pagina